|
|
Organisaties |
|
|
Historie van Katwijk |
|
- |
|
Algemeen
Van de reformatie tot 1846 viel Katwijk onder de statie Oegstgeest,
samen met Rijnsburg en Valkenburg. Na een mislukte poging in 1795, die
door de Oegstgeester pastoor werd verhinderd, kreeg Katwijk in 1846 toestemming
om een bijkerk te bouwen en in 1847 werd dit een eigen statie. In 1858
werd de statie verheven tot een parochie van de Heilige Johannes de Dooper,
dezelfde patroon als de voormalige Roomse Dorpskerk. De parochie omvatte
toen Katwijk, Valkenburg en het grootste deel van Rijnsburg. Vanaf 1853
behoorde Katwijk tot het bisdom Haarlem onder het dekenaat Leiden, na 1956
onder het bisdom Rotterdam en na 1967 onder het dekenaat Noordwijk (nu
Bollenstreek)
Kerk
|
|
In 1846 werd het logement "De Palmboom" in de Groote steeg aangekocht
voor de bouw van een kerk. De herberg werd pastorie en de kolfbaan en stal
werden afgebroken en op die plaats een kerk gebouwd met 254 plaatsen.
|
|
In 1911 werd de huidige Johannes de Doper kerk aan de Kerkstraat gewijdt,
naast de al eerder aangelegde begraafplaats en kapel.
|
Eigendommen
In 1851 werd een begraafplaats aangelegd aan de Kerkstraat. In 1861 werd
deze uitgebreidt met een kapel en in 1903 omgeven door een muur en monumentaal
hek. Kapel, muur en hek zijn niet meer aanwezig.
In 1924 werd een Rooms-katholieke lagere school in de buurt van de kerk
gebouwd.
In 1928 werd het Parochiehuis geopend.
Gegevens afkomstig uit :
L. Dubbelaar, De Rooms-katholieke kerk te Katwijk aan de Rijn, Oud Katwijk,
1992, nr. 2 pag 18-20 en nr. 3 14-18.