foto's | De meisjes |
De Brittenburggroep
De oudste padvindstersgroep
is natuurlijk de Brittenburggroep, waarvan de oprichting werd vermeld in
het Leidsch Dagblad van 22 februari 1934. In juni werd hun clubhuis geopend,
een schuur aan de Meerburgkade. Deze groep was lid van het Nederlandse
Padvinders Gilde (NPG), de meisjes-tak van scouting. Dit was een landelijk
aparte organisatie, maar net als de zeeverkenners niet kerkelijk gebonden.
Na de oorlog zaten zij samen met de verkenners in het eerste bunker-complex
en hadden dus veel contact. De oudere meisjes (pioniersters) combineerden
het programma vaak met de stam-voortrekkers (samen PIVO). Hierdoor ontstond
in de vijftiger jaren zelfs een gemengde avond-stam. Ongetwijfeld was dit
mogelijk door de invloed van de vooruitstrevende stamleider, schipper Jan
Vink. Na de bunkers hebben de padvindsters altijd in dezelfde behuizing
gezeten als de welpen, waardoor er ook tegenwoordig een goede band is met
de welpen.
De Brittenburggroep is mede-opgericht
door Truus Parlevliet. Voor haar verpleegster-opleiding ging zij in Leiden
naar school, waar zij ook naar de padvindsters ging. Toen ze 18 jaar was
wilde zij ook in Katwijk een padvindstersgroep oprichten, samen met Wouda,
Heleen Voorhoeve (uit Den Haag), Guus Houwelinge, Guus Vis en Lidia Verloop.
Toen zij in circa 1938 buiten Katwijk ging werken werd de leiding overgenomen
door Els Groen en Heleen Voorhoeve.
|
Truus Parlevliet |
In 1980 werd de Bestevaerwacht (weer) opgericht omdat door het nieuwe troephuis een uitbreiding mogelijk was, maar ook omdat aantal leiders een gemengde troep wilde. De wacht kreeg twee meisjes- en twee jongensbakken. Maar het waren niet de eerste meisjes-zeeverkenners.
Vlak na de oorlog richtte Truus Parlevliet vanuit de NPG een meisjes-zeeverkennerstroep op. In 1947 wordt dit Zeevendel nog genoemd, maar omdat Parlevliet in dat jaar als verpleegster naar Indonesië ging, is dit op niets uitgelopen. Toch wordt in latere jaren in logboeken een enkele keer waterpadvindsters genoemd, maar hier is verder niets van bekend.